door Floris Brandriet, de Stentor. vrijdag 28 maart 2008 | 03:26

 

WARNSVELD - ,,Weet je wat je moet doen?'' vroeg de plaatselijke fietsenmaker aan Sjoerd Botter, toen hij daar kwam praten over sponsoring.

Vijf maanden later heeft de businessclub van de Warnsveldse wielrenner al zeven leden en rijdt Botter eindelijk rond in zijn eigen autootje.

Botter (23) wil binnen twee jaar professioneel wielrenner zijn. Om dat te realiseren, heeft hij zijn eigen businessclub opgericht. ,,Het idee is langzaam ontstaan'', vertelt hij. De kiem werd gelegd toen hij zich op zijn achttiende voor het eerst in de pedalen klikte. Om de laatste stap te kunnen zetten, heeft Botter een aantal dingen nodig. ,,Een auto en nog wat andere zaken, maar daar heb ik nu het geld niet voor. En als ik echt prof wil worden, moet het binnen twee jaar gebeuren.''

Dat hij commerciële economie studeert aan de Randstad Topsport Academie komt goed uit. De financiële verantwoording voor het geld dat leden van de businessclub inleggen - vijfhonderd euro per jaar - is bijvoorbeeld dik in orde. Ze worden onder meer vermeld op Botters website, waar hij vanuit de koers per sms laat weten hoe het gaat. Ook kunnen ze een 'borrelavond' en een clinic tegemoet zien. Maar punt 1. in het hoofdstuk 'Wat levert het op' meldt bovenal: 'Een goed gevoel dat u een gemotiveerde topsporter helpt naar een hoger plan'.

,,Het autootje heb ik al'', vertelt Botter. ,,Ik heb een dealer benaderd, die geen lid wilde worden van de businessclub, maar me wel wilde matsen met een auto. En ze zijn met 250 euro donateur.'' Botter hoeft nu niet meer zijn moeder met het openbaar vervoer te sturen of opa aan huis te kluisteren om wedstrijden en trainingen te bezoeken. ,,Heerlijk, ik heb in anderhalve week al 1500 kilometer gereden. Gelukkig kan-ie niet zo heel hard, moet ik lekker rustig rijden. Dat scheelt benzine, bovendien heb ik de tijd.''

Sneller dan zijn auto wil de berijder van de Nissan Micra door naar de top. ,,Ik heb een droom die ik binnen twee jaar wil realiseren. Ik wil er alles aan doen om de kans van slagen zo groot mogelijk te maken. Dat ik geen supertalent als Robert Gesink ben, weet ik ook wel. Maar ik heb er wel vertrouwen in, anders zou ik er niet aan beginnen. Fysiek kan ik het aan.''

De bevestiging daarvoor vond hij vorig jaar in de koers Halle-Ingooigem, waar ook een Tom Boonen, Robbie McEwen en Stijn Devolder aan de start stonden. ,,Ik zat in een kopgroep van zeven, maar was daar zo blij mee dat ik vergat te eten.'' Een hongerklop deed hem als vijftiende finishen. Maar Botter kwam wel over de streep met het gevoel dat hij kon meekomen.

Botter rijdt dit seizoen voor Krolstone, een ploeg waar hij zich vooral mentaal wil ontwikkelen. ,,Na vorig seizoen heb ik de balans opgemaakt en kwam ik tot de conclusie dat ik op dat vlak vaak blokkeerde. Dat was een beperkende factor. In een etappekoers viel ik eens vier dagen achter elkaar, terwijl ik in de eerste vier jaar niet één keer was gevallen.'' Met het shirt van Krolstone om de schouders heeft hij zich in 2008 nog niet echt kunnen tonen. ,,Ik kan niet zo goed tegen de kou, ben geen maart-renner.'' Maar als het weer meewerkt, begint zondag in Duitsland zijn seizoen echt. ,,In de klassieker Köln-Schuld-Frechen kan ik meedoen om de prijzen. De Hel van het Mergelland is een week later echt een test, net als de etappekoers Tour de Loir et Cher medio april.'' Daar wil Botter bewijzen profwaardig te zijn. Aan zichzelf en aan zijn businessclubleden.